Naar Tokio met Julie Vanloo

Gepubliceerd op Maandag 26 juli 2021
Julie Vanloo EK 2021

Van de ruim 100 Belgische atleten die deelnemen aan de Olympische Spelen in Tokio, zijn er twee die Deerlijk hun thuis kunnen noemen. Julie Vanloo is een van die Olympiërs. De spelverdeler bij de Belgian Cats maakte een week voor haar vertrek naar Japan tijd voor een gezellige babbel.

Julie, je bent eigenlijk van Oostende. Hoe kwam je uiteindelijk in Deerlijk terecht?

Julie: ‘Op mijn zestiende kreeg ik een aanbod van de basketbalploeg van Waregem. Omdat het gekkenwerk was om ’s avonds in Waregem te trainen en dan terug te reizen naar Oostende, ben ik verhuisd naar Waregem. Ik heb er twee jaar gewoond en ben er even lang naar school gegaan. Daarna ging ik basketten

in het buitenland. Maar de regio bleef in mijn bloed zitten. Dus toen ik op mijn 25e wilde investeren in vastgoed, zei ik tegen mijn vader dat ik iets wilde kopen in de driehoek Brugge, Gent en Kortrijk. Hij kwam een te renoveren loft tegen in Deerlijk die perfect bij me paste. Ik kende ook al mensen uit Deerlijk en met

wat aanmoedigingen van onder andere Niels Destadsbader, heb ik niet lang getwijfeld. Ondertussen woon ik hier al bijna vier jaar.’

Hoe goed ben je hier al geïntegreerd?

Julie: ‘Meestal ben ik niet thuis. Vaak ben ik maandenlang weg. Deerlijk was voor mij dus een uitvalsbasis, tussen verschillende avonturen in. Daardoor had ik het thuisgevoel nog niet echt te pakken. Tot corona daar was. Toen zat ik verplicht thuis. Plots had ik tijd om mijn loft volledig in te richten. Zo kreeg ik wel

echt een band met mijn appartement en met Deerlijk.’

Je bent net terug van het EK, waar jullie brons wonnen. Hoe ziet de periode tot aan de Olympische Spelen eruit?

Julie: ‘Momenteel hebben we vier dagen vrij. Daarna starten we met de trainingen in Kortrijk. Volgende week (dat was 7 juli, red.) vertrekken we al naar Japan. Eerst zitten we twee weken in Mito. Dat is een beetje het Deerlijk van Japan (lacht). Daarna verhuizen we naar het olympisch dorp in Tokio. We zitten dus al zeker een maand in Japan.’

Welke protocollen moeten jullie vooraf volgen?

Julie: ‘Het protocol kennen we nog niet volledig. Ik denk dat de Japanners er zelf nog niet helemaal uit zijn. We zullen sowieso nog wel coronatesten moeten laten uitvoeren. In onze ploeg zijn we gelukkig allemaal al gevaccineerd. Maar op zich valt het protocol dus mee. Het is wel jammer dat we ter plaatse

niets kunnen bezoeken. We zullen vooral onze hotelkamer en de basketbalzaal zien. Zoals op het EK, eigenlijk. Dat is lastig, maar het is helaas de enige manier om het veilig te laten verlopen. Ik hoop wel dat we op de Olympische Spelen naar de andere sporten mogen gaan kijken. Naar het zwemmen, turnen of

de atletiek. En in het olympisch dorp kom je uiteraard in contact met andere atleten. Ik ben ook benieuwd naar het verschil tussen groepsatleten

en individuele atleten. Die benaderen hun Olympische Spelen toch volledig anders, denk ik.’

Wat kan je ons vertellen over de openingsceremonie?

Julie: ‘We moeten allemaal een kleed dragen en volledig opgekleed zijn, terwijl iedereen uit onze ploeg hele dagen in een training rondloopt. Dat gaat dus wel speciaal zijn. Dat kleed is trouwens ook bijzonder. Je zal het wel zien. Waar ik persoonlijk vooral naar uitkijk, is in levende lijve sommige helden of idolen ontmoeten, zoals de mannen van de NBA. Kevin Durant, mijn favoriete speler, zal er bijvoorbeeld zijn. Ik vraag mij af hoe impressionant en atletisch

die gasten er in het echt uitzien.’

Wat zijn de sportieve verwachtingen op deze Spelen?

Julie: ‘Door onze prestaties op het voorbije EK hebben we de lat natuurlijk hoog gelegd, met die bronzen medaille. Al geeft dat wel vertrouwen. Stel dat je een slecht EK speelt, dan is dat toch niet ideaal. Ik denk dat we gewoon de eerste ronde moeten overleven. Als we zovergeraken, kunnen we we mooie dingen doen. Wie weet winnen we opnieuw een medaille. Al zitten we wel in een zware groep. Australië is echt top. Van China weet je niet echt wat je kan verwachten. Puerto Rico zou dan weer geen probleem mogen zijn.‘

Wat merken jullie tijdens een tornooi van de reacties op het thuisfront?

Julie: ‘We voelen zowel steun als druk. De druk komt van de pers. Vroeger was alles wat we deden geweldig. Deze keer was de perceptie misschien dat het EK een gemiste kans was op zilver of goud. We delen die ontgoocheling ook. Maar we krijgen ondertussen veel meer aandacht en je voelt dat de druk van de buitenwereld stijgt, terwijl we daar als team eigenlijk niet zo goed mee kunnen omgaan. We kruipen veel liever in de rol van underdog, maar als je blijft winnen, lukt dat natuurlijk niet langer. Aan de andere kant voelen we heel veel appreciatie van de fans. Die zijn vaak zo zot als een achterdeur. Dat komt omdat we ook een mooie groep zijn om naar te kijken, vind ik. We hangen allemaal goed aan elkaar. Er zitten bijvoorbeeld veel West-Vlamingen in onze ploeg. Met sommige van hen heb ik jarenlang samengespeeld in Ieper. Dat zorgt voor een sterke band.’

Hoe ziet het leven eruit na de Olympische Spelen?

Julie: ‘Dan ben ik een maand thuis. Er staat een vrijgezellenfeest van een vriendin op de planning en de geboorte van mijn metekindje is uitgerekend voor die periode. Ik ga ook op reis, als decompressie voor het strikte regime waar we nu in leven. Dat is ook nodig. Anders is het mentaal niet vol te houden. Ze volgen

zelfs hoeveel we slapen. Dus dan mogen we eventjes eten en drinken wat we willen, zonder weegschalen en horloges die ons doen en laten volgen. Het zal dus een heel mooie maand worden. Ik blijf ook even genieten in Deerlijk. De burgemeester zal nog wel iets organiseren voor mij, denk ik (lacht)?’

En na die maand rust?

Julie: ‘Daarna vertrek ik naar mijn nieuwe ploeg in het buitenland. Ik zou heel graag zeggen welke ploeg dat is, maar ik mag niet, ook al heb ik een maand geleden getekend. De ploeg wil het zelf aankondigen. Ik kan wel al vertellen dat het in een mooie competitie is. Ook financieel is het een grote stap

vooruit.‘

Ga je Deerlijk missen als je weer in het buitenland zit?

Julie: ‘Ik merk dat ik heel welkom ben in Deerlijk en dat de mensen mij hier appreciëren. Iedereen kent je hier, als je over straat loopt. Er hangt een leuke sfeer. Sinds kort heb ik een hond en ik zou dus willen investeren in een huis. Mijn vader suggereerde al iets in Vichte of Beveren-Leie, maar ik heb hem gezegd dat ik niet meer weg wil uit Deerlijk. Dat zegt genoeg.’